Stress in het financiële systeem weer voelbaar 

Door het faillissement van de Silicon Valley Bank (‘SVB’) – een middelgrote bank in de VS – en de gedwongen overname van Credit Suisse door UBS, werd de stress over de weerbaarheid van het financiële systeem weer voelbaar. Aandelen (en met name die van banken en verzekeraars) daalden stevig en obligaties stegen juist, omdat beleggers veilige havens zochten. Veel bestaande markttrends sloegen om.

Wat is er gebeurd met SVB?
Elke bank is afhankelijk van de in- en uitstroom van gelden. De balans tussen deze twee is gestoeld op het vertrouwen in de bankinstelling. Het geld dat banken van rekeninghouders krijgen, lenen ze uit aan mensen en bedrijven die geld nodig hebben. Dat kunnen hypotheken of bedrijfsfinancieringen zijn, maar het kan ook belegd worden in bijvoorbeeld staatsobligaties. Zolang het verschil tussen de rente die de bank ontvangt van kredietnemers en die ze betaalt aan spaarders, positief is, maakt de bank winst. Dit tenzij de bank geld verliest door wanbetalingen en/of grote dalingen op het waardepapier, dat de bank aanhoudt.

SVB kwam in een negatieve spiraal terecht doordat veel van hun klanten (vooral jonge technologiebedrijven en durf-investeerders) geld nodig hadden en de bank daarom met een verlies staatsobligaties moest verkopen om te voldoen aan de geldvraag van hun klanten.

De bank heeft nog geprobeerd kapitaal op te halen bij aandeelhouders om hun reserves te versterken maar dat was, in combinatie met het grote verlies, een signaal aan de markt dat er iets mis was. Daarna kwam een bank run op gang, die werd versterkt door de klanten die ze bedienden.

Uiteindelijk hebben overheidsinstanties in de VS ervoor gezorgd dat het geld van alle rekeninghouders is gegarandeerd, zelfs boven de afgesproken garantie van 250,000 USD. Aandeelhouders en obligatiehouders van SVB verliezen wel (geheel of deels) hun inleg. Bij een tweede bank met een vergelijkbaar model heeft hetzelfde plaatsgevonden. De actie van de overheid in de VS zorgt ervoor dat er geen domino-effect is ontstaan naar andere – wel gezonde – bankinstellingen door rekeninghouders te garanderen dat hun geld veilig is.

Ook bij Credit Suisse zijn na de min of meer gedwongen overname door UBS, de aandeelhouders maar vooral achtergestelde obligatiehouders hun geld deels c.q. geheel kwijt. Dat achtergestelde obligatiehouders in dit geval meer verliezen dan aandeelhouders, was een unicum en zal nog een stroom van rechtszaken nog opleveren.

Wat is het effect op de financiële markten?
Aangezien markten niet houden van onzekerheid, daalden aandelenmarkten vorige week stevig en met name de financiële sector. Daar tegenover stegen obligaties hard door een ongekende rentedaling, omdat beleggers een veilige haven zochten. Wat ook bijdroeg aan de rentedaling is dat beleggers er onmiddellijk vanuit gingen dat door de onrust in de financiële sector de centrale banken in de VS en Europa meer terughoudend zullen zijn met verdere renteverhogingen.

Dit scenario vinden wij niet vergelijkbaar met de financiële crisis van 2008, toen veel bankinstellingen overeind gehouden moesten worden door hun posities in ‘giftige hypotheek producten’. Nu zijn de balansen van grote financiële instellingen veel sterker en houden zij geen waardeloze producten aan op hun balans. Het is dus niet zozeer een kwestie van financiële gezondheid (solvabiliteit) maar van liquiditeit binnen de sector. 

Wel is duidelijk dat de stevige rentestijgingen consequenties met zich meebrengen, die ook toezichthouders en politici niet hadden ingecalculeerd. Dat zal resulteren in meer toezicht op kleinere banken die in de VS door de regering Trump werden vrijgesteld van het strengste toezicht, zoals stress testen. 

Het zal wel even duren voor de problemen volledig in kaart zijn gebracht en daarmee zullen koersbewegingen – in met name de financiële sector – nog een tijdje kunnen voortduren. Uiteindelijk zullen markten weer tot bedaren komen en gaan beleggers weer onderscheid maken tussen wat gezond en niet gezond is.

Wat was het effect hiervan op de fondsen op het HJCO AAA platform?
De trendvolgende fondsen zoals Windmill Trend Evolution Fund, Man AHL Diversified Markets en Schroder GAIA BlueTrend werden flink geraakt door de heftige trendomslagen van de meeste markten. Een korte-termijn gebeurtenis die tot gevolg heeft dat veel markten draaien, resulteert in verliezen op posities die zijn ingenomen op markttrends van voor de gebeurtenis. De positionering van de trendvolgende fondsen waren over het algemeen gericht op stijgende rente (‘short’ obligaties en rentemarkten) en licht stijgende aandelenkoersen (‘long’ aandelen) en dan ook vaak juist longposities in bankaandelen die dit jaar tot op heden een sterk stijgende trend lieten zien. De rente daalde echter vorige week het hardst sinds 1987 met een daling van rond de 0,5% op 2 jaars – obligaties met sterk stijgende obligatiekoersen tot gevolg. Aandelenmarkten, en vooral aandelen uit de financiële sector, daalden juist sterk waardoor per saldo de trendfondsen vorige week een flinke koersval lieten zien van vele procenten. De winst van dit jaar werd hiermee omgeslagen in een verliesgevende positie per heden. Navraag bij de verschillende fondsmanagers leert ons dat deze terugval – hoewel fors – niet buiten de gestelde risicoparameters viel.
De arbitragefondsen waren een rustige haven op het platform alsook de meer hybride fondsen zoals AHL TargetRisk en Lombard Odier All Roads. Ook het Schroders GAIA Two Sigma Diversified Fund hield zich goed staande, ondanks een allocatie aan trendvolgende strategieën. 

Lees hier verder